het begon met Ome Jan

Zonnestraal 90 jaar: het begon met Ome Jan

Zonnestraal bestaat dit jaar negentig jaar. In aanloop naar dit jubileum op 12 juni een rubriek met verhalen over de geschiedenis van en de herinneringen aan dit prachtige complex ten zuiden van Hilversum.

Met wie kunnen we beter beginnen dan met ‘Ome Jan’. Jan van Zutphen, de drijvende kracht achter het ontstaan van de ‘arbeids- en nazorgkolonie’ Zonnestraal. Een plek waar tuberculoselijders op krachten konden komen door rustkuren in bed, in een later stadium wandelen en uiteindelijk werken in de werkplaatsen. Tuberculose was voor Ome Jan, zoals hij door iedereen genoemd werd, het grote kwaad. Zijn moeder, zus én zijn eerste vrouw zijn eraan overleden.

Als vakbondsman van de Amsterdamse Diamantbewerkersbond nam hij dan ook het initiatief tot het inzamelen van de zogenaamde Koperen Stelen voor de bestrijding van deze volksziekte. Dit restproduct van de diamantbewerking leverde zo veel geld op dat de bouw van Zonnestraal er voor een deel mee is bekostigd.

Echte BN’er

Ome Jan, een echte BN'er

Ome Jan tijdens zijn afscheid van Zonnestraal in 1956, met rechts zijn vrouw en links één van zijn kleindochters, Anne-Claire.

Van Zutphens kleindochters, Ingrid en Anne-Claire, kunnen zich hun opa nog levendig herinneren. ‘We kwamen bijna elke dag bij hen thuis en als opa dan eens niet op pad was, had hij altijd de grootste aandacht voor ons. Anne-Claire: ‘Ik weet nog dat die baard altijd geknipt werd door kapper Hofman. Dat was altijd een heel ritueel, dan stond ik altijd stiekem even te kijken.’ Vooral Ingrid nam hij vaak mee de tuin in: ‘Ik heb heel veel van hem geleerd, hij hield ontzettend van tuinieren. En in de laatste jaren van zijn leven kwam hij op woensdag- en zatermiddag altijd zijn bed uit om met ons televisie te kijken. Dat was heel wat, die had hij van zijn patiënten gekregen bij zijn afscheid.’

Ome Jan was een echte BN’er, nog voordat dat begrip bestond. Op zijn verjaardagen stond er altijd een stukje in de krant en kreeg hij honderden, zo niet duizenden felicitaties. Anne-Claire: ‘Toen opa negentig jaar werd, kwam zelfs de Koningin op bezoek in hun huis aan de Loosdrechtseweg. Maar daar mochten wij natuurlijk niet bij zijn.’ Een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Publiek Opinie wees datzelfde jaar uit dat hij in ons land samen met de Amerikaanse president Eisenhower de derde plaats deelde onder de ‘meest bewonderde nog levende mannen’ in de wereld. Alleen Winston Churchill en Willem Drees moest hij voor laten gaan.

kruidenierswaren voor Zonnestraal.

Ome Jan en de vrouw van de burgemeester van Hilversum ontvangen kruidenierswaren voor Zonnestraal.

Man van het volk

Ome Jan was een echte man van het volk. Op sociaal gebied was hij onvermoeibaar. Hij zat in allerlei comités en verenigingen ter verbetering van de omstandigheden van het volk. Zijn overkoepelende doel: algemeen menselijk geluk. Anne-Claire: ‘Ja, als er wat te strijden viel, stond hij vooraan. En hij zei altijd: “Voor een zieke, is het beste nog niet goed genoeg.” Met name het eten moest van hem gewoon fantastisch zijn. Daar ontbreekt het nu nog wel eens aan in ziekenhuizen.’ Ingrid: ‘Het bijzondere van opa was ook dat geloof of achtergrond van patiënten geen rol speelde. Of je nu katholiek was of Joods, het maakte allemaal niets uit. Voor hem was iedereen gelijk.’

Veel patiënten bleven nadat ze waren hersteld op Zonnepark wonen in de zogenaamde nazorgwoningen. Anne-Claire: ‘Nazorgpatiënten kwamen uit heel Nederland. Die bleven hier wonen, vanwege de frisse lucht en de werkplaatsen. Het was een hechte gemeenschap hier. Artsen woonden er, personeel en oud-patiënten. Wij speelden vaak met hun kinderen.’ Ingrid: ‘Iedere nazorgpatiënt had een eigen taak in het geheel. Wout Roosendal was bijvoorbeeld de vaste chauffeur van opa. Patiënten werkten ook in de groentetuinen, de boomgaard, de varkensstallen en de kippenren. Zonnestraal was bijna helemaal zelfvoorzienend.’

‘Werelderfgoed’ een eerbetoon

Ome Jan overleed precies zestig jaar geleden op 94-jarige leeftijd. ‘Onze moeder Diny was bang dat hij vergeten zou worden, maar wij zullen ervoor zorgen dat de herinnering aan hem levend blijft.’ Zijn nalatenschap is van onschatbare waarde. De toekenning van UNESCO Werelderfgoedstatus aan Zonnestraal zou het best denkbare eerbetoon zijn aan zijn tomeloze inzet voor de medemens.

Ome Jan voor het bankje ter ere van hemzelf op landgoed Zonnestraal

Ome Jan voor het bankje ter ere van hemzelf op landgoed Zonnestraal

 

Foto’s afkomstig van de Fotocollectie Zonnestraal, Internationaal Instituut Sociale Geschiedenis, Amsterdam.
1 antwoord
  1. Brita Falk
    Brita Falk zegt:

    Dank voor het prachtige artikel. Ik ben een achterkleindochter, ben opgegroeid op het zonnestraal terrein. Wij woonden daar goddelijk, en mijn vader werkte in het ziekenhuis. De verhalen over mijn overgrootvader ken ik natuurlijk maar het is zo leuk om wéér te lezen wat een bijzondere man het was. Mooi geschreven, en goed werk van tante en moeder die de verhalen vertellen! Brita Falk

Reacties zijn gesloten.