Boshutjes

Bijzonder verhaal: Stip ter Laan’s vader kuurde een half jaar in Zonnestraal

“Ik denk dat hij zich daar heel geborgen heeft gevoeld”

Zonnestraal is nauw verweven met het leven van de Zutphense Stip ter Laan. Haar vader – Geert ter Laan – bracht er een jaar van zijn leven door om te genezen van tbc en haar opa was erelid van Zonnestraal. Het sanatorium was bovendien het decor van de ontluikende liefde tussen haar ouders.

“Mijn vader heeft in de oorlog als gijzelaar vastgezeten in St. Michielsgestel”, vertelt Stip. “Na de oorlog was hij ondervoed en zakte op straat in elkaar. Hij bleek tbc te hebben en heeft eerst een half jaar in een sanatorium in Doorn gekuurd. Eind 1946 werd hij overgebracht naar Zonnestraal. Jan van Zutphen heeft dit sanatorium opgericht voor diamantslijpers met tbc, maar na de oorlog lagen er ook andere tbc-patiënten.” Ter Laans grootvader, de Zaanse burgemeester en het Tweede Kamerlid Kornelis ter Laan (SDAP), was destijds erelid van Zonnestraal.

Veel frisse lucht
Geert ter Laan (1897) had vanwege de tbc naar eigen zeggen ‘nog maar een halve long om op de ademen’. In het sanatorium moest hij met veel rust weer op krachten komen. “Mijn vader had een kamertje op een galerij waar net een bed met een stoel en een kast in pasten. In brieven uit die tijd schrijft hij dat hij veel buiten in de kou moest liggen onder dikke dekens. Frisse lucht was erg belangrijk in Zonnestraal.” Stip heeft een uitgebreide collectie van brieven en foto’s uit die tijd. Op een van die foto’s staan enkele huisjes die deel uitmaakten van het sanatorium. “De patiënten werden geregeld in die huisjes gelegd. Deze draaiden naar de zon en alle ramen konden open. Ze waren met veel aandacht gebouwd en daardoor heel bijzonder.”

Optreden van Wim Kan
De aan tbc lijdende diamantslijpers voor wie Zonnestraal oorspronkelijk werd opgericht, kregen arbeidstherapie om hen voor te bereiden op hun terugkeer in de samenleving. Dat gold niet voor Geert ter Laan, die in het dagelijks leven advocaat was. “Mijn vader hoefde in Zonnestraal niet te werken, daar was hij na de oorlog ook niet toe in staat. In plaats daarvan heeft hij heel wat boeken verslonden. Hij was daar echt om te genezen en werd samen met de andere patiënten in de watten gelegd. Zo werden er toneelvoorstellingen gegeven en kwamen er cabaretiers. Daar had mijn vader het vaak over. Wim Kan trad er bijvoorbeeld op.”

Terwijl Geert ter Laan nog in het sanatorium in Doorn lag, was hij verliefd geworden. Die ontluikende relatie zette zich voort in Zonnestraal. “Mijn moeder ging in 1946 met de vrouw van een bevriende advocaat mee op bezoek bij mijn vader. Hij vond dat zo leuk dat hij vroeg of ze nog eens wilde komen. Zo zijn ze uiteindelijk verliefd op elkaar geworden. En dat terwijl mijn moeder 27 jaar jonger was dan mijn vader.”

Vervroegd vertrek uit Zonnestraal
Die liefde zorgde uiteindelijk voor een vervroegd vertrek uit Hilversum. “In mei 1947 mocht mijn vader weg uit Zonnestraal, maar alleen als hij thuis rust bleef houden én elke dag zijn temperatuur zou meten. Mijn moeder heeft dat keurig bijgehouden in een koortsboekje dat ik nog steeds heb. Hij moest wel regelmatig terug voor controle.”

De dag na zijn vertrek uit Zonnestraal, op 6 mei 1947, trouwde Geert ter Laan zijn jonge vrouw. Dat de medepatiënten begaan waren met dit huwelijk, blijkt onder meer uit brieven met gelukwensen die hun dochter nog in haar bezit heeft. Het contact met de andere patiënten, de artsen en de verpleegsters was ook goed, weet zij. “Hij vertelde dat hij er veel heeft gelachen, al is het contact na zijn vertrek verwaterd.”

Zonnestraal staat voor een ideaal
Stip ter Laan herinnert zich vooral dat haar vader de ligging van Zonnestraal zo bijzonder vond. “Daar was hij heel enthousiast over. Het licht, de lucht en de bossen. En dan de architectuur van Jan Duiker met al dat wit en het blauwige glas. Ik denk dat mijn vader zich daar heel geborgen heeft gevoeld. Ik kom uit een knalrood nest. Zonnestraal is voor mijn daarom extra bijzonder omdat het voor een bepaald ideaal staat: de arbeidersklasse met weinig geld die ook recht had op gezondheidszorg. Het gebouw – en wat voor gebouw – is voortgekomen uit het strijden voor gelijke rechten.”